Wanneer je een casus hebt waar je niet goed uitkomt, zijn er verschillende mogelijkheden. Je kan online informatie gaan opzoeken om zo op een duidelijk antwoord te komen, of je vraagt aan bijvoorbeeld een collega of leidinggevende of hij/zij er meer vanaf weet, maar je kan ook gebruik maken van intervisie. Maar wat is intervisie nu eigenlijk? De intervisie methode is het organiseren van een gesprek tussen zo’n 6 tot 8 professionals of vakgenoten om aan hen dan jouw casus voor te leggen. Deze andere aanwezigen zullen vervolgens prikkelende vragen gaan stellen aan de casusinbrenger, om hem zo op nieuwe ideeën te laten komen. Het is belangrijk dat hierbij de creativiteit van de inbrenger geprikkeld wordt en dat er dus geen antwoorden gegeven worden door de andere aanwezigen. Vanuit zijn eigen oplossend vermogen zal hij vervolgens meer inzicht krijgen op zijn casus of vraagstuk. 

Waarschijnlijk is het nu nog niet helemaal duidelijk voor iedereen wat nou precies de intervisie betekenis is. Bij intervisie is er altijd een verband tussen verbetering en professionalisering. Hierbij gaat het dan om de verbetering van het individu, maar ook om de verbetering van de omliggende organisaties en teamverbanden. Hiervoor is het belangrijk dat de vraagstukken rondom werkstijl en de invloed daarvan op persoonlijke of professionele opvatting centraal staan. Tijdens de intervisie zal iedereen namelijk op een andere manier tegen de casus aankijken, en zo worden de anderen zich ook bewust van de persoonlijke stijlen en opvattingen van de andere aanwezigen. Dit speelt namelijk weer een belangrijke rol in de manier hoe vervolgens het werk wordt opgepakt, wat natuurlijk weer invloed heeft op de complete organisatie. Door intervisie kunnen zo verbeteringen beter worden gerealiseerd, aangezien je dan bewust wordt van alle verschillende kanten en talenten. Je hebt dan niet meer last van de zogenaamde blinde vlek.

Incidentmethode

Je hebt verschillende varianten van intervisie. Een veelgebruikte variant is de incidentmethode. Hierbij breng je een situatie naar voren welke jij hebt meegemaakt in de werkpraktijk. Vervolgens zijn er 2 manieren om dan de incidentmethode toe te passen. Het grootste verschil zit hem in het doel dat je wilt bereiken door middel van intervisie. Bij de eerste variant gaat iedereen zich richten op het oplossen van de ingebrachte case. Hierbij wordt eerst de case ingeleid, waarna iedere deelnemer vragen (het liefst open vragen) gaat stellen om meer duidelijkheid te krijgen over het genoemde probleem. Wanneer het volledig duidelijk is, zal de inbrenger kiezen welke vragen hij of zij zal beantwoorden. Mocht het dan nog niet duidelijk zijn, dan kunnen er vervolgvragen gesteld worden. Na dit proces zal iedereen in zijn eigen woorden gaan aangeven wat volgens hem of haar de analyse van de situatie is en zal aan het eind de inbrenger een reactie geven op de analyses. Vervolgens gaan de deelnemers verschillende tips geven aan de inbrenger om zo te proberen om het doel te realiseren. Dan volgt er een soort check om te kijken of iedereen nog op dezelfde hoogte zit met elkaar en zullen er afspraken gemaakt worden en wordt het geheel afgerond. Wanneer je de tweede variant gebruikt wil je de deelnemers meer inzicht geven in hoe jij zelf hebt gehandeld bij een situatie die je bent tegengekomen. Als eerste zal je ook weer het incident inleiden en het incident ook volledig in kaart brengen. Hierbij zal je ook jouw gevoelens vertellen welke je voelde bij het moment van het incident. Je gaat nog geen ideeën, oplossingen of beschrijvingen geven van wat er na het incident gebeurde. Als derde zullen de vragen om informatie genoteerd worden. Hierbij zal iedere deelnemer voor zichzelf vragen noteren om meer inzicht te kunnen krijgen in het incident. Het is belangrijk dat hierbij mondelinge vragen niet gesteld zullen worden, maar ze echt worden opgeschreven. Vervolgens worden er informatieve en inhoudelijke vragen gesteld aan de inbrenger naar het wie, wat, waar en hoe. Wanneer deze vragen zijn beantwoord en gesteld zijn, zal iedereen voor zichzelf gaan beschrijven hoe hij het probleem of de vraag voor zich ziet. Dit zal dan met elkaar gedeeld worden en de inbrenger zal ook reacties geven op de verschillende percepties die zijn gegeven. Er wordt gesproken over de verschillende percepties en vervolgens wordt er 1 uitgekozen om mee door te gaan. De verschillende groepsleden kunnen nu hun inzichten uitspreken en elkaar vragen stellen om de inzichten zo duidelijk en concreet mogelijk te verwoorden. Hiervan wordt een kort overzicht gemaakt welke vervolgens door de groep gaan. De inbrenger krijgt dan het eerst de gelegenheid om de voor hem belangrijkste inzichten te benoemen waarna de andere deelnemers zullen volgen. Als laatste zullen de groepsleden het groepsgedrag en het eigen gedrag gaan evalueren om zo te kijken welke manier van spreken met elkaar het meest effectief bleek te zijn.

0 Shares:
Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You May Also Like